![]() |
1:6 Indien wij zeggen, 1:8 Indien wij zeggen, 1:9 Indien wij onze zonden belijden, 1:10 Indien wij zeggen, |
1 Johannes 2 |
2:1 Mijn
kinderkens, ik schrijf u deze dingen, 2:5 Maar zo wie Zijn
Woord bewaart,
2:7
Broeders! 2:8 Wederom schrijf ik u een nieuw gebod: 2:9 Die zegt, dat hij in het licht is, en zijn broeder
haat, 2:10 Die zijn broeder liefheeft, blijft in het licht, en geen ergernis is in hem. 11
[Ps 119:165]
2:15 Hebt de wereld
niet lief, noch hetgeen in de
wereld is;
2:18
kinderkens,
2:21 Ik heb u niet geschreven,
2:23 Een iegelijk, die den Zoon
loochent, heeft ook den Vader niet.
[Joh 5:23]
2:24 Hetgeen gijlieden dan van den beginne gehoord hebt, dat blijve in u.
2:26 Dit heb ik u geschreven van degenen, die u verleiden. 2:27 En de
zalving, die gijlieden van Hem ontvangen hebt, blijft in u, en 2:28 En nu,
kinderkens, blijft in Hem; 2:29 Indien gij
weet, dat Hij
rechtvaardig is, |
1 Johannes 3 |
3:1
Ziet, hoe grote liefde ons de Vader gegeven heeft,
3:2 Geliefden, nu zijn wij
kinderen Gods, en het is nog niet
geopenbaard,
3:5 En gij
weet, dat Hij
geopenbaard is,
3:7
Kinderkens, dat u niemand verleide.
3:10 Hierin zijn de kinderen Gods en de kinderen des
duivels openbaar. 3:13 Verwondert u niet, mijn broeders, zo u de wereld
haat. 14 3:16 Hieraan hebben wij de
liefde
gekend,
3:18 Mijn
kinderkens, 3:21 Geliefden! 3:24 En die Zijn geboden bewaart, blijft in Hem, en Hij in denzelven. En |
1 Johannes 4 |
4:1 Geliefden, gelooft niet een iegelijken geest, 4:4
Kinderkens, gij zijt uit God, en hebt
hen overwonnen; 4:7 Geliefden! 4:11 Geliefden, indien God ons alzo lief heeft gehad, 4:12 Niemand heeft ooit God aanschouwd;
4:13 Hieraan
kennen wij, dat wij in Hem blijven, en Hij in ons, [Rom. 8:9] 4:15 Zo wie beleden zal hebben, dat
Jezus de Zoon van God is, 4:17 Hierin is de liefde bij ons
volmaakt,
4:19 Wij hebben Hem lief, 4:21 En dit gebod hebben wij van Hem, namelijk |
1 Johannes 5 |
5:1 Een iegelijk, die gelooft, dat Jezus is de Christus,
5:2 Hieraan
kennen wij, dat wij de kinderen Gods liefhebben,
5:7 Want Drie zijn er, Die getuigen in den hemel,
5:8 En drie zijn er, die getuigen op de
aarde, 5:9 Indien wij de getuigenis der mensen aannemen, 5:11 En dit is de getuigenis, namelijk
5:13 Deze
[dingen] heb ik u geschreven, 5:14 En dit is de vrijmoedigheid, die wij tot Hem hebben, 5:15 En indien wij weten, dat Hij ons verhoort, wat wij ook
bidden, 5:16 Indien iemand zijn broeder ziet zondigen een zonde niet tot den dood, 5:17 Alle ongerechtigheid is zonde; en er is zonde niet tot den dood. 5:18 Wij
weten, dat een iegelijk, die uit God geboren is, niet zondigt; 5: 5:20 Doch Wij
weten, 5:21 Kinderkens, bewaart uzelven van de afgoden.
|