handelingen 21 brieven
Legenda Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4
logo wikipedia Filippenzen 1

Griekse letters1.1 Paulus en Timotheusbetekent .. dienstknechten van Jezus Christus, slaven van
aan al den heiligen in Christus Jezus, die te Filippi zijn,

met de opzieners en diakenen: 2.
Genade zij u en vrede van God, onzen Vader, en den Heere, Jezus Christus.

1:3. Ik dank mijn God, zo dikwijls als ik uwer gedenk. 4.
(Te allen tijd in al mijn gebed voor u allen met blijdschap het gebed doende) 5.
over uw gemeenschap tot in het Evangelie van den eersten dag af tot nu toe; 6.
vertrouwende ditzelve, dat Hij, goed werk           
Die in u een goed werk begonnen heeft, [dat]
voleindigen zal tot op den dag van Christus Jezus; 7.
gelijk het bij mij recht is,
dat ik van u allen dit gevoel,
omdat ik in [mijn] hart houde, dat gij, beide
in mijn banden, en [in mijn] verantwoording en bevestiging van het Evangelie
gij allen, [zeg ik], mijner genade mede deelachtig zijt. 8.

Want God is mijn Getuige, hoezeer ik begerig ben naar u allen,
met innerlijke bewegingen van Jezusbetekent .. Christus.

1:9. En dit bid ik [God],bidt
1.dat uw liefde nog meer en meer overvloedig worde in erkentenis
en alle gevoelen; 10
2.opdat gij beproeft de dingen, («-»Rom 2:18)
die [daarvan] verschillen,
doel 3.opdat gij oprecht zijt, en
zonder aanstoot te geven, tot in den dag van Christus; 11.
vervuld met vruchten der gerechtigheid,
die door Jezus Christus zijn tot heerlijkheid en prijs van God.
1:12. En ik wil, dat gij weet, broeders, dat hetgeen aan mij [is geschied]
meer tot bevordering van het Evangelie gekomen is; 13.
alzo dat mijn banden in Christus openbaar geworden zijn in het ganse rechthuis
en aan alle anderen; 14.
boeienen [dat] het meerder [deel] der broederen in den Heere,
door mijn banden vertrouwen gekregen hebbende,
overvloediger het Woord onbevreesd durven spreken. 15.
sommigen prediken ook wel de Christus door nijd en twist,

maar sommigen ook door goedwilligheid. 16.
genen verkondigen wel de Christus uit twisting, niet zuiver,
menende aan mijn banden verdrukking toe te brengen; 17.
doch dezen uit liefde,
dewijl zij weten, dat ik tot verantwoording van het Evangelie gezet ben.

1:18. Wat dan?
Nochtans wordt Christus op allerlei wijze,
1. hetzij [onder een] deksel,
2. hetzij [in der] waarheid [verkondigd];
en daarin verblijd ik mij,
ja, ik zal mij ook verblijden. 19.  zaligheid
want ik weet, dat dit mij ter zaligheid gedijen zal ,
door uw gebed en
toebrenging van de Geestes van Jezus Christus. 20.
volgens mijn ernstige verwachting en hoop,
dat ik in geen zaak zal beschaamd worden;
maar [dat] in alle vrijmoedigheid,
gelijk te allen tijd, alzo ook nu,
Christus zal groot gemaakt worden in mijn lichaam,
hetzij door het leven,
hetzij door den dood. 21.
want [het] Leven is mij Christus, («-»2Kor 5:8)
en [het] sterven is [mij] gewin. 22.

maar of te leven in het vlees, is voor mij, vrucht van het werk hetzelve  mij oorbaar zij, ,
en wat ik verkiezen zal, maak ik niet bekend weet ik niet. 23.
want ik word van deze twee gedrongen,
1. hebbende begeerte, om ontbonden te worden en samen met Christus te zijn;
want [dat] is zeer verre het beste. 24.
2. maar in het vlees te blijven, is nodiger om uwentwil. 25. en

groei / was door Gods Woorddit vertrouw en weet ik, dat ik zal blijven, en met u allen zal verblijven
tot uw bevordering en blijdschap des geloofs; 26.  
opdat uw roem in Christus Jezus overvloedig zij aan mij, Griekse letters
door mijn tegenwoordigheid wederom bij u.

1:27. Alleenlijk wandelt waardiglijk het Evangelie van Christus, [Hand 23:1Filipp. 3:20] wandel
opdat,  hetzij ik kom en u zie,
hetzij ik afwezig ben, ik van uw zaken moge horen,
1. dat gij staat in één geest,
2. met één gemoed gezamenlijk strijdende door in het geloof van het Evangelie  28.
en
3. dat gij in geen ding verschrikt wordt van degenen, die tegenstaan;
hetwelk hun wel een bewijs is des verderfs,
maar u der zaligheid, en dat van God. 29. genadig geloven
want u is uit genade vergeven in de zaak van Christus,
niet alleen in Hem te geloven, maar ook voor Hem te lijden; 30.
denzelfden strijd hebbende, hoedanigen gij in mij gezien hebt, en nu in mij hoort.
 Filippenzen 2:1
indien er dan énige vertroosting is in Christus,
indien er énige troost is der liefde,
indien er énige gemeenschap is des Geestes,
indien er énige innerlijke bewegingen en ontfermingen zijn; 2.
Zo vervult mijn blijdschap, dat gij moogt
1. éénsgezind zijn,
2. dezelfde liefde hebbende,
3. 'van één gemoed', [en van]
4. één gevoelen zijnde. 3. [Doet] 
geen ding door twisting of ijdele eer,
maar door ootmoedigheid achte de één den ander uitnemender dan zichzelven.

2:4. Eén iegelijk zie niet op het zijne,
maar één iegelijk [zie] ook op hetgeen der anderen is. 5
want dat gevoelen zij is in u, hetwelk ook [was] in Christus Jezus ; 6.
Die in de gestaltenis Gods zijnde,
geen roof geacht heeft Gode ''even-gelijk'' te zijn; 7.
maar («-»Hebr 5:7)
1. heeft Zichzelven vernietigd, [Jes 53:10; Ps 8:5]
2. de gestaltenis eens dienstknechts aangenomen hebbende, zonder zonde
3. en is den mensen gelijk geworden; 8.
4. en in gedaante gevonden als een mens,
5. heeft Hij Zichzelven vernederd, door het bloed aan het kruis
6. gehoorzaam geworden zijnde tot den dood,
7. ja, den dood des kruises. 9.

daarom heeft Hem ook God uitermate verhoogd, en
heeft Hem een Naam gegeven, welke boven allen naam is; 10.  
doel(«-»Ef 1:21)opdat in den Naam van Jezus zich zou buigen
alle knie dergenen, [Jes 45:23]
die in den hemel, en
die op de aarde, en
die onder de aarde zijn. 11. en  uitroepteken, dus opgelet!
alle tong zou belijden,
dat Jezus Christus de Heere zij, tot heerlijkheid Gods des Vaders.

2:12. Alzo dan, mijn geliefden, gelijk gij te allen tijd gehoorzaam geweest zijt,
niet als in mijn tegenwoordigheid alleen,
maar veelmeer nu in mijn afwezen,
werkt uws zelfs zaligheid met vreze en beven: 13. Griekse letters
want het is God, Die in u beide;  
1. het willen en
2. het werken, inwerkt naar [Zijn] welbehagen.

2:14. Doet alle dingen zonder murmureren en tegenspreken; 15.
opdat gij moogt onberispelijk en
oprecht zijn kinderen Gods zijnde,
onstraffelijk in het midden van een krom en verdraaid geslacht,
onder welke gij schijnt als lichten in de wereld; 16. 
      'voor'houdende het woord des levens,
mij tot een roem tot in tegen de dag van Christus,
dat ik niet tevergeefs heb gelopen, noch leeg tevergeefs gearbeid 17.
Ja, indien ik ook tot een drankoffer geofferd worde
over de offerande en bediening uws geloofs,
zo verblijde ik mij,
en verblijde mij met u allen. 18.
en om datzelfde verblijdt gij u ook,
en verblijdt ook ulieden met mij.

2:19. En ik hoop in den Heere Jezus Timotheusbetekent .. haast tot u te zenden,
opdat ik ook welgemoed moge zijn, als ik uw zaken zal verstaan hebben. 20.
want ik heb niemand, die even alzo gemoed is,
dewelke oprechtelijk uw zaken zal bezorgen. 21.
want zij zoeken allen het hunne,
niet hetgeen van Christus Jezus is. 22. en
gij weet zijn beproeving,
dat hij, als een kind [zijn] vader, met mij gediend heeft in het Evangelie. 23
ik hoop dan wel dezen van stonde aan te zenden,
zo [haast] als ik in mijn zaken zal voorzien hebben;

2:24. Doch ik vertrouw in den Heere, dat ik ook zelf haast [tot u] komen zal.

2:25. Maar ik heb nodig geacht tot u te zenden Epafroditusbetekent ..
mijn broeder,
en medearbeider
en medestrijder,
en uw afgezondene apostel,
en bedienaar mijner nooddruft; 26.
dewijl hij zeer begerig was naar u allen,
en zeer beangst was,
omdat gij gehoord hadt, dat hij krank was. 27.
en hij is ook krank geweest tot heel nabij den dood;
maar God heeft Zich zijner ontfermd;
en niet alleen zijner, maar ook mijner,
opdat ik niet droefheid op droefheid zou hebben. 28.
zo heb ik dan hem te spoediger gezonden,
opdat gij, hem ziende, wederom u zoudt verblijden.
en ik te min zou droevig zijn. 29.
ontvangt hem dan in den Heere,
met alle blijdschap, en houdt dezulken in waarde. 30.
want om het werk van Christus naderde was hij tot nabij den dood gekomen,
[zijn] leven niet achtende,
opdat hij het gebrek uwer bediening aan mij vervullen zou.

Filippenzen 3
3:1. Voorts, mijn broeders, verblijdt u in den Heere,     
dezelfde dingen aan u te schrijven, is mij niet verdrietig, en het is u zeker. 2.
ziet op de honden,
ziet op de kwade arbeiders,
ziet op de versnijding. 3.
want
wij zijn de besnijding,
wij, die God in den Geest dienen,
en in Christus Jezus roemen,
en niet in het vlees betrouwen, . 4. [Rom 2:29]

hoewel ik [heb, dat] ook in het vlees betrouwen mocht;
indien iemand anders meent te betrouwen in het vlees,
ik nog meer. 5.
1. besneden ten achtsten dage,
2. uit het geslacht van Israelbetekent ..
3. van den stam van Benjaminbetekent ..
4. een Hebreer uit de Hebreënbetekent ..
5. naar de wet een Farizeërbetekent ..   6.
6. naar den ijver een vervolger der Gemeente;
7. naar de rechtvaardigheid, die in de wet is, zijnde onberispelijk. 7.

maar hetgeen mij gewin was,
dat heb ik om Christus' wil schade geacht. 8.
Ja, gewisselijk, ik acht ook alle [dingen] schade te zijn,
om de uitnemendheid der kennis van Christus Jezus, mijn Heere;

om Wiens wil ik alles [die dingen] schade gerekend heb, en acht die drek te zijn,
opdat ik Christus moge gewinnen. 9.
en in Hem gevonden worde,
niet hebbende mijn rechtvaardigheid, die uit de wet is,
maar die door het geloof van Christus is, [namelijk] door het geloof
de rechtvaardigheid, die uit God is door het geloof; 10.
doelopdat ik
1. Hem kenne, en
2. de 'kracht Zijner opstanding' en
3. de gemeenschap Zijns lijdens,
4. Zijn dood gelijkvormig wordende; 11. Griekse letters
5. of ik enigszins moge komen tot de wederopstanding [der] doden.

3:12. Niet dat ik [het] alrede gekregen heb, of alrede volmaakt ben;
maar ik jaag er naar, of ik het ook grijpen mocht,
waartoe ik van door Christus Jezus ook gegrepen ben 13.   [Hand 9]
Broeders, ik acht niet, dat ik zelf het gegrepen heb. maar één ding, [doe ik,]
tabtab  vergetende hetgeen achter is, en    
tabtab  strekkende mij tot hetgeen voor is,
tabnaar het wit jaag ik, tot den prijs der boven-roeping Gods, in Christus Jezus.

3:15. Zovelen dan als wij volmaakt zijn, laat ons dit gevoelen; en
indien gij iets anderszins gevoelt, ook dat zal u God openbaren .

3:16. Doch, daar wij toe gekomen zijn,
laat ons [daarin] naar denzelfden regel wandelen,
laat ons hetzelfde gevoelen.

3:17. Weest mijn mede navolgers, broeders, en merkt op degenen, die alzo wandelen,
gelijk gij ons tot een voorbeeld hebt.

3:18. Want velen wandelen [anders]; van dewelken ik u dikmaals gezegd heb,
en nu ook wenende zeg,
dat zij vijanden des kruises van Christus zijn; 19.   dood verderf
welker einde is het verderf,  
welker Ggod is de buik, en
[welker] heerlijkheid [is] in hun schande,
dewelken aardse dingen bedenken. Griekse letters

3:20. Maar onze burgerschap [wandel] is in de hemelen,
waaruit wij ook den Zaligmaker verwachten, [namelijk] den Heere, Jezus Christus; 21.
(«-»1Kor 15:53) Die ons vernederd lichaam veranderen zal,
opdat hetzelve gelijkvormig worde aan Zijn heerlijk lichaam,   («-»Kol 3:3)
naar de werking, waardoor Hij ook alle dingen Zichzelven kan onderwerpen.
Filippenzen 4
4:1. Zo dan, mijn geliefde en zeer gewenste broeders, mijn blijdschap en kroon,
staat alzo in den Heere, geliefden! 2.
ik vermaan Euodiabetekent .. en
ik vermaan Syntychebetekent ..
dat zij éénsgezind zijn in den Heere. 3. En
ik bid vraag ook u, gij [mijn] oprechte metgezel,
wees dezen [vrouwen] behulpzaam,
die met mij gestreden hebben in het Evangelie,  
ook met Clemensbetekent .. en de andere mijn medearbeiders,boek
welker namen zijn in het boek des levens.

4:4. Verblijdt u in den Heere te allen tijd;
wederom zeg ik: verblijdt u. 5.    
uw bescheidenheid zij allen mensen bekend, de Heere is nabij. (Hij zorgt voor u)

4:6. Weest in geen ding bezorgd;
maar laat uw begeerten in alles,
door bidden en smeken,
met dankzegging bekend worden bij God; 7.
en de vrede Gods, die alle verstand te boven gaat,
zal uw harten en uw zinnen bewaren in Christus Jezus.

4:8. Voorts, broeders,
1. al wat waarachtig is,
2. al wat eerlijk is,
3. al wat rechtvaardig is,
4. al wat rein is,
5. al wat liefelijk is,
6. al wat 'wél luidt',
zo er enige deugd is, en zo er enige lof is,
7. bedenkt datzelve;

4:9. Hetgeen gij ook
geleerd, en
ontvangen, en
gehoord, en
in mij gezien hebt,
doet dat; en de God des vredes zal met u zijn.

4:10. En ik ben grotelijks verblijd geweest in den Heere,
dat gij nu eenmaal wederom verwakkerd zijt om aan mij te gedenken;
waaraan gij ook gedacht hebt,
maar gij hebt de gelegenheid niet gehad. 11.
niet dat ik [dit] zeg vanwege gebrek;
want ik heb geleerd vergenoegd te zijn in hetgeen ik ben. 12. en  [1Tim 6:6]
ik weet vernederd te worden,
ik weet ook overvloed te hebben; 6 vs 11
alleszins en in alles ben ik onderwezen,
beide ook verzadigd te zijn en honger te lijden, [2Kor 6:4]

beide ook overvloed te hebben en gebrek te lijden. 13.  [2Kor 11:22]
ik vermag alle dingen door in de mij bekrachtende Christus, Die mij kracht geeft. 14.
nochtans hebt gij wel gedaan,
dat gij met mijn verdrukking gemeenschap gehad hebt. 15. en
ook gij, Filippensen,
weet, dat in het begin des Evangelies, toen ik van Macedonie vertrokken ben,
geen Gemeente mij [iets] medegedeeld heeft tot rekening van uitgaaf en ontvangst,
dan gij alleen. 16.
want ook in Thessalonica hebt gij mij eenmaal en andermaal gezonden,
tot nooddruft. 17.
niet dat ik de gave zoek,
maar ik zoek de vrucht,
die overvloedig is tot uw rekening. 18.
maar ik heb alles [ontvangen], en ik heb overvloed; ik ben vervuld geworden,
als ik van Epafroditusbetekent .. ontvangen heb, dat van u [gezonden was], [als]
een welriekende reuk, een aangename offerande,
Gode welbehagelijk. 19.   Griekse letters
doch mijn God zal naar Zijn rijkdom vervullen al uw nooddruft,
in heerlijkheid, door in Christus Jezus.

4:20. Onzen God nu en Vader zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid.

Amen.

4:21. Groet alle heiligen in Christus Jezus;  
U groeten de broeders, die met mij zijn. 22.
al de heiligen groeten u,
en meest die van het huis des keizers zijn. 
4:23. De genade van onzen Heere, Jezusbetekent .. Christus zij met u allen uw geest.

Amen.