Genadetijd, NU! | |||||||||
Kol 1:26: Namelijk de verborgenheid die verborgen is geweest van alle eeuwen en van alle geslachten maar nu geopenbaard is aan Zijn heiligen |
|||||||||
Verleden = vervuld! | Toekomst = nog niet vervuld! | ||||||||
![]() |
|||||||||
Jes. 61:1-2a en Lukas
4:19 ...het jaar van het welbehagen des Heren. |
Jes. 61:2b en den dag der wraak onzes Gods .... |
||||||||
Jes 9:5 Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven |
N U Jes. 54:7 |
Jes. 9:5b, 6 en de heerschappij, is op Zijn schouder; en men noemt Zijn naam Wonderlijk, Raad, Sterke God, Vader der eeuwigheid, Vredevorst; |
|||||||
Jes. 52:14 Gelijk als velen zich over u ontzet hebben, alzo verdorven was Zijn gelaat, meer dan van iemand, en Zijn gedaante, meer dan van andere mensenkinderen; |
Jes 15:15 Alzo zal Hij vele heidenen besprengen, ja, de koningen zullen hun mond over Hem toehouden; want denwelken het niet verkondigd was, die zullen het zien, en welken het niet gehoord hebben, die zullen het verstaan. | ||||||||
Dan. 9:26a en een volk des vorsten, hetwelk (lees: die) komen zal, zal de stad en het heiligdom verderven (vervuld het jaar 70 na Chr.). |
Dan. 9:26b en zijn einde zal zijn met een overstromenden vloed, en tot het einde toe zal er krijg zijn, en vastelijk besloten in verwoestingen. En hij zal velen het verbond versterken één week; (Dit moet nog plaats hebben) |
||||||||
Hos. 2:11-12 En Ik zal verwoesten haar wijnstok en haar vijgenboom. En Ik zal haar over haar bezoeken de dagen des Baäls. |
Hos. 2:13 Daarom, ziet, Ik zal haar lokken, en zal haar voeren, Ik zal haar voeren in de woestijn; en Ik zal naar haar hart spreken. En Ik zal haar geven haar wijngaarden van daar af. |
||||||||
Hos. 3:4 Want de kinderen Israëls zullen vele dagen blijven zitten, zonder koning, en zonder vorst, zonder offer, en zonder opgericht beeld, en zonder efod en terafim. |
Hos. 3:5 Daama zullen zich de kinderen Israëls bekeren, en zoeken den Here, hun God, en David, hun Koning; en zij zullen vrezende komen tot den Here en tot Zijn goedheid, in het laatste der dagen. |
||||||||
Hos. 6:2 Hij zal ons na
2 dagen levend
maken; op den derden dag zal Hij ons doen verrijzen, en wij zullen voor Zijn aangezicht leven. |
|
||||||||
Joël 2:28 En daarna zal het geschieden, dat Ik Mijn Geest zal uitgieten over alle vlees, en uw zonen en uw dochteren zullen profeteren; uw ouden zullen dromen dromen, uw jongelingen zullen gezichten zien; Ja, ook over de dienstknechten, en over de dienstmaagden, zal Ik in die dagen Mijn Geest uitgieten. |
Joël 2:30 En Ik zal wondertekenen geven in den hemel en op de aarde: bloed, en vuur, en rookpilaren. De zon zal veranderd worden in duisternis, en de maan in bloed, eer dat die grote en vreselijke dag des HEEREN komt. |
||||||||
1 Pet 1:11a Onderzoekende, op welken of hoedanigen tijd de Geest van Christus, Die in hen was, beduidde en te voren getuigde, het lijden, dat op Christus komen zou |
1 Pet 1:11b en de heerlijkheid daarna volgende |
||||||||
![]() |
|||||||||
Amos 9:8 Ziet, de ogen des Heeren Heeren zijn tegen dit zondig koninkrijk, dat Ik het van den aardbodem verdelge; behalve dat Ik het huis Jakobs niet ganselijk zal verdelgen, spreekt de Here. |
Amos 9:11 Te dien dage zal Ik de vervallen hut van David weder oprichten. |
||||||||
Micha 5:1, 2a En gij, Bethlehem Efratha zijt gij klein om te wezen onder de duizenden van Juda? Uit u zal Mij voortkomen, Die een Heerser zal zijn in Israel, en Wiens uitgangen zijn van ouds, van de dagen der eeuwigheid. Daarom zal Hij henlieden overgeven, tot den tijd toe, dat zij, die baren zal, (Maria) gebaard hebbe; |
Micha 5:2b dan zullen de overigen Zijner broederen zich bekeren met de kinderen Israëls.En Hij zal staan, en zal weiden in de kracht des HEEREN ... want nu zal Hij groot zijn tot aan de einden der aarde. En Deze zal Vrede zijn .... (Israël |
||||||||
Zach. 9:9
Verheug u zeer, gij dochter Sions! juich, gij dochter Jeruzalems! Ziet, uw Koning zal u komen, arm, en rijdende op een ezel, en op een veulen, een jong der ezelinnen. |
Zach. 9:10 En Ik zal de wagens uit Efraim uitroeien, en de paarden uit Jeruzalem; ook zal de rechtvaardig, en Hij is een Heiland; strijdboog uitgeroeid worden, en Hij zal den heidenen vrede spreken; en Zijn heerschappij zal zijn van zee tot aan zee, en van de rivier tot aan de einden der aarde. |
||||||||
Luk. 1:32a Gabriël ![]() en de Zoon des Allerhoogsten genaamd worden. |
Luk 1:32b en God, de Here, zal Hem den troon van Zijn vader David geven. En Hij zal over het huis Jakobs Koning zijn in der eeuwigheid, en Zijns Koninkrijks zal geen einde zijn. |
||||||||
Hab. 2:13
Ziet, is het niet van den ere der heirscharen, dat de volken arbeiden ten vure, en de lieden zich vermoeien te vergeefs? |
Hab. 2:14 Want de aarde zal vervuld worden, dat zij de heerlijkheid des Heren bekennen, in gelijk de wateren den bodem der zee bedekken. |
||||||||
Zach 2:10 Juich en verblijd u, gij dochter Sions; want zie, Ik kom, en Ik zal in het midden van u wonen, spreekt de HEERE. |
Zach 2:11 En vele heidenen zullen te dien dage den HEERE toegevoegd worden, en zij zullen Mij tot een volk wezen; |
Zach 2:11b en Ik zal in het midden van u wonen; en gij zult weten, dat de HEERE der heirscharen mij tot u gezonden heeft. Dan zal de HEERE Juda erven voor Zijn deel, in het heilige land, en Hij zal Jeruzalem nog verkiezen. Zwijg, alle vlees, voor het aangezicht des HEEREN! want Hij is ontwaakt uit Zijn heilige woning. |
|||||||
Luk. 1:31
zie, gij zult bevrucht worden, en een Zoon baren, en zult Zijn naam heten JEZUS. Deze zal groot zijn, en de Zoon des Allerhoogsten genaamd worden; |
Luk. 1:32b en God, de Heere, zal Hem den troon van Zijn vader David geven. En Hij zal over het huis Jakobs Koning zijn in der eeuwigheid, en Zijns Koninkrijks zal geen einde zijn. |
||||||||
Luk. 2:32a
Simeon: Een Licht tot verlichting der heidenen, |
Luk 2:32b en tot heerlijkheid van Uw volk Israël. |
||||||||
Joh. 16:12: Nog vele dingen heb Ik u te zeggen, doch gij kunt die nu niet dragen. |
Joh. 16:13 Maar wanneer Die zal gekomen zijn, namelijk de Geest der waarheid, Hij zal u in al de waarheid leiden; want Hij zal van Zichzelven niet spreken, maar zo wat Hij zal gehoord hebben, zal Hij spreken, en de toekomende dingen zal Hij u verkondigen. |
||||||||
Joh. 4:23: Maar de ure komt, en is nu, wanneer de ware aanbidders den Vader aanbidden zullen in geest en waarheid; want de Vader zoekt ook dezulken, die Hem alzo aanbidden. Joh. 4:40: Als dan de Samaritanen tot Hem gekomen waren, baden zij Hem, dat Hij bij hen bleef; aldaar 2 dagen |
|||||||||
Joh. 20:29:![]() Opdat gij gelooft, dat Jezus is de Christus, de Zone Gods; en opdat gij, gelovende, (nu) het geopenbaarde Leven hebt in Zijn Naam. |
|||||||||
Hand.15:14:
Simeon heeft verhaald hoe God eerst de heidenen heeft bezocht, om uit hen een volk aan te nemen door Zijn Naam. |
Hand.15:16: Na dezen zal Ik wederkeren, en weder opbouwen de tabernakel van David, die vervallen is, weder oprichten. |
||||||||
Rom 11:25:
dat de verharding voor een deel over Israël gekomen is, totdat de volheid der heidenen zal ingegaan zijn. |
Rom 11:26: En alzo zal geheel Israël ![]() ![]() ![]() |
||||||||
Hebr 2:8: doch nu zien wij nog niet, dat Hem alle dingen onderworpen zijn |
|||||||||
Lukas 10:24 &
1 Pet 1:10: Naar deze zaligheid hebben de profeten, die geprofeteerd hebben over de genade die aan u bewezen is, gezocht en gespeurd |
|||||||||
Efeze 3:2; de bedeling der genade Gods, | |||||||||
die mij
[Paulus]
gegeven is aan u |
|||||||||
Kol 1:26:![]() Namelijk de verborgenheid die verborgen is geweest van alle eeuwen en van alle geslachten maar nu geopenbaard is aan Zijn heiligen Kol 3:3: Want gij zijt gestorven, en uw Leven is met Christus verborgen in God |
|||||||||
![]() |
Nu! | ![]() |
|||||||
Tot ....... Openbaring 10:7 ![]() Maar in de dagen der stem des zevenden engels, wanneer hij bazuinen zal, zo zal de verborgenheid Gods vervuld worden, gelijk Hij Zijn dienstknechten, den profeten, verkondigd heeft. |