Chrematizo, G5537, 9x
1. (hemelse) goddelijke instructies (van Yahweh) 2. (dus passief) Goddelijk onderwijzen (door Yahweh). 3. (ook) een goddelijke boodschap (van de HEERE). 4. (algemeen) dragen als publieke titel (in het openbaar uitgesproken en bekend gemaakt). 5. (Opmerking) Let op! het gaat niet om orakels (van bv. Griekse goden). |
Mattheüs 2:12 En door Goddelijke openbaring vermaand zijnde in den droom, ![]() vertrokken zij door een anderen weg weder naar hun land. Mattheüs 2:22 Maar als hij hoorde, dat Archelaüs in Judea koning was, in de plaats van zijn vader Herodes, ![]() is hij vertrokken in de delen van Galilea. Lukas 2:26 En hem was een Goddelijke openbaring gedaan door den Heiligen Geest, ![]() Handelingen 10:22 En zij zeiden: Cornelius, een hoofdman over honderd, een rechtvaardig man, ![]() is door Goddelijke openbaring vermaand van een heiligen engel, ![]() Handelingen 11:26 En het is geschied, dat zij een geheel jaar samen vergaderden in de Gemeente, ![]() en dat de discipelen eerst te Antiochië Christenen genaamd werden. Romeinen 7:3 Daarom dan, indien zij eens anderen mans wordt, terwijl de man leeft, ![]() maar indien de man gestorven is, zo is zij vrij van de wet, ![]() Hebreeën 8:5 Welke het voorbeeld en de schaduw der hemelse dingen dienen, ![]() ![]() Want zie, zegt Hij, dat gij het alles maakt naar de afbeelding, die u op den berg getoond is. Hebreeën 11:7 Door het geloof heeft Noach, door Goddelijke aanspraak vermaand zijnde van de dingen, ![]() de ark toebereid tot behoudenis van zijn huisgezin; ![]() en is geworden een erfgenaam der rechtvaardigheid, die naar het geloof is. Hebreeën 12:25 Ziet toe, dat gij Dien, Die spreekt, niet verwerpt; ![]() welke op aarde Goddelijke antwoorden gaf, veelmeer zullen wij niet ontvlieden, ![]() |
Theios, G2304, 3x = goddelijk (onzijdig als zn, goddelijkheid). |
Handelingen 17:29 Wij dan, zijnde Gods geslacht, moeten niet menen, ![]() welke door mensenkunst en bedenking gesneden zijn. 2 Petrus 1:3 Gelijk ons Zijn Goddelijke kracht alles, wat tot het leven en de godzaligheid behoort, ![]() Die ons geroepen heeft tot heerlijkheid en deugd; 2 Petrus 1:4 Door welke ons de grootste en dierbare beloften geschonken zijn, ![]() nadat gij ontvloden zijt het verderf, dat in de wereld is door de begeerlijkheid. |
Theiotes, G2305, 1x = Goddelijkheid (abstract). [van G2304] |
Romeinen 1:20 Want Zijn onzienlijke dingen worden, van de schepping der wereld aan, ![]() opdat zij niet te verontschuldigen zouden zijn. |
Theodidaktos, G2312, 1x = Goddelijk geïnstrueerd. |
1Thess 4:9![]() want gij zelven zijt van God geleerd om elkander lief te hebben. |
Theomacheo, G2313, 1x = aan God weerstaan. |
Hand 23:9 En er geschiedde een groot geroep; en de Schriftgeleerden van de zijde der Farizeën stonden op, en streden, zeggende: Wij vinden geen kwaad in dezen mens; en indien een geest tot hem gesproken heeft, of een engel, laat ons tegen God niet strijden. |
Theomachos, G2314, 1x een tegenstander van God. |
Hand 5:39 Maar indien het uit God is, zo kunt gij dat niet breken; opdat gij niet misschien bevonden wordt ook tegen God te strijden. |
Theopneustos, G2315, 1x = door God ingeademd, (Theos = God, Pneo = blazen, waaien.) Engels: given by inspiration of God. Van het werkwoord pneo komt pneuma, blazing, het woord, dat bijna altijd door geest vertaald is. We zouden dus ook kunnen zeggen: Alle Schrift is Godgegeest. Het Latijnse woord voor geest is spiritus, Ned: geïnspireerd, wil dus zeggen: ingegeest. |
2 Tim 3:16. Al de Schrift is van God ingegeven, en is nuttig ![]() tot lering, tot wederlegging, tot verbetering, tot onderwijzing, die in de rechtvaardigheid is; |
Theosebeia, G2317, 1x =eerbied en ontzag voor God. |
1 Tim 2:10
![]() maar hetwelk de vrouwen betaamt, die de godvruchtigheid belijden door goede werken. |
Theosebes, G2318, 1x = eerbiedig van God. |
Joh 9:31 En wij weten, dat God de zondaars niet hoort; ![]() maar zo iemand godvruchtig is, en Zijn wil doet, dien hoort Hij. |
Theostuges, G2319,1x = hatelijk voor God, dat wil zeggen goddeloos.. |
Rom 1:30 oorblazers, achterklappers, haters Gods, smaders, hovaardigen, ![]() |
Theotes, G2320, 1x = goddelijkheid (abstract) |
Kolossensen 2:9 Want in Hem woont al de volheid der Godheid lichamelijk; |
Theophilos, G2321, 2x 1. vriend van God. 2. Theophilus, een Christen. |
Lukas 1:3 Zo heeft het ook mij goed gedacht, hebbende alles van voren aan naarstiglijk onderzocht, ![]() Handelingen 1:1 Het eerste boek heb ik gemaakt, o Theofilus, ![]() |
Atheos, G112, 1x = zonder God, Ned: Atheïst ![]() |
Efeziërs 2:12 Dat gij in dien tijd waart zonder Christus, ![]() ![]() ![]() ![]() |