Ekstasis, G1611, 7x
buiten (het) verstand, dwz verbijstering. Engels: ecstacy. |
Marcus 5:42 En terstond stond het dochtertje op, en wandelde; want het was twaalf jaren oud; ![]() Marcus 16:8 En zij, haastelijk uitgegaan zijnde, vloden van het graf, en beving en ontzetting had haar bevangen; ![]() Lukas 5:26 En ontzetting heeft hen allen bevangen, en zij verheerlijkten God, en werden vervuld met vreze, ![]() Handelingen 3:10 En zij kenden hem, dat hij die was, die om een aalmoes gezeten had aan de Schone poort des tempels; ![]() Handelingen 10:10 En hij werd hongerig, en begeerde te eten. En terwijl zij het bereidden, viel over hem een vertrekking van zinnen. Handelingen 11:5 Ik was in de stad Joppe, biddende en zag in een vertrekking van zinnen een gezicht, ![]() ![]() Handelingen 22:17 En het gebeurde mij, als ik te Jeruzalem wedergekeerd was, ![]() |
Ekplesso, G1605, 13x = met verbazing getroffen. |
Mattheüs 7:28 En het is geschied, als Jezus deze woorden geëindigd had, dat de scharen zich ontzetten over Zijn leer; Mattheüs 13:54 En gekomen zijnde in Zijn vaderland, leerde Hij hen in hun synagoge, zodat zij zich ontzetten, en zeiden: ![]() Mattheüs 19:25 Zijn discipelen nu, dit horende, werden zeer verslagen, zeggende: Wie kan dan zalig worden? Mattheüs 22:33 En de scharen, dit horende, werden verslagen over Zijn leer. Marcus 1:22 En zij versloegen zich over Zijn leer; ![]() Marcus 6:2 En als het sabbat geworden was, begon Hij in de synagoge te leren; ![]() Van waar komen Dezen deze dingen, en wat wijsheid is dit, die Hem gegeven is, ![]() Marcus 7:37 En zij ontzetten zich bovenmate zeer, zeggende: ![]() Marcus 10:26 En zij werden nog meer verslagen, zeggende tot elkander: Wie kan dan zalig worden? Marcus 11:18 En de Schriftgeleerden en de overpriesters hoorden dat, en zochten, hoe zij Hem doden zouden; ![]() Lukas 2:48 En zij, Hem ziende, werden verslagen; en Zijn moeder zeide tot Hem: ![]() Lukas 4:32 En zij versloegen zich over Zijn leer, want Zijn woord was met macht. Lukas 9:43 En zij werden allen verslagen over de grootdadigheid Gods. ![]() Handelingen 13:12 Als de stadhouder zag, hetgeen geschied was, toen geloofde hij, verslagen zijnde over de leer des Heeren. |
Existemi, G1839 17x![]() 2. (reflexmatig) verbaasd, gek van te worden. |
Mattheüs 12:23 En al de scharen ontzetten zich, en zeiden: Is niet Deze de Zoon van David? Marcus 2:12 En terstond stond hij op, en het beddeken opgenomen hebbende, ging hij uit in aller tegenwoordigheid; zodat zij zich allen ontzetten en verheerlijkten God, zeggende: Wij hebben nooit zulks gezien! Marcus 3:21 En als degenen, die Hem bestonden, dit hoorden, gingen zij uit, om Hem vast te houden; ![]() Marcus 5:42 En terstond stond het dochtertje op, en wandelde; want het was twaalf jaren oud; ![]() Marcus 6:51 En Hij klom tot hen in het schip, en de wind stilde; ![]() Lukas 2:47 En allen, die Hem hoorden, ontzetten zich over Zijn verstand en antwoorden. Lukas 8:56 En haar ouders ontzetten zich; en Hij beval hun, dat zij niemand zouden zeggen hetgeen geschied was. Lukas 24:22 Maar ook sommige vrouwen uit ons hebben ons ontsteld, ![]() Handelingen 2:7 En zij ontzetten zich allen, en verwonderden zich, zeggende tot elkander: ![]() Handelingen 2:12 En zij ontzetten zich allen, en werden twijfelmoedig, zeggende, de een tegen den ander: ![]() Handelingen 8:13 En Simon geloofde ook zelf, en gedoopt zijnde, bleef gedurig bij Filippus; ![]() Handelingen 8:9 En een zeker man, met name Simon, was te voren in de stad plegende toverij, ![]() ![]() Handelingen 8:11 En zij hingen hem aan, omdat hij een langen tijd met toverijen hun zinnen verrukt had. Handelingen 9:21 En zij ontzetten zich allen, die het hoorden, en zeiden: Is deze niet degene, die te Jeruzalem verstoorde, wie dezen Naam aanriepen, ![]() Handelingen 10:45 En de gelovigen, die uit de besnijdenis waren, zovelen als met Petrus gekomen waren, ![]() Handelingen 12:16 Maar Petrus bleef kloppende: en als zij opengedaan hadden, zagen zij hem, en ontzetten zich. 2 Korinthiërs 5:13 Want hetzij dat wij uitzinnig zijn, wij zijn het Gode; ![]() |
Mainomai, G3105, 5x te juichen als een 'maniak'. [middelste klank van een primaire mao "te verlangen naar", is het idee van irrationele, ongevoelige hunkering] KJV: be beside self (mad) = naast jezelf zijn (gek) |
Johannes 10:20 En velen van hen zeiden: Hij heeft den duivel, en is uitzinnig; wat hoort gij Hem? Handelingen 12:15 ![]() Gij raast. Doch zij bleef er sterk bij, dat het alzo was. En zij zeiden: Het is zijn engel. Handelingen 26:24 ![]() maar ik spreek woorden van waarheid en van een gezond verstand; ![]() Gij raast, Paulus, de grote geleerdheid brengt u tot razernij! 1 Korinthiërs 14:23 Indien dan de gehele Gemeente bijeenvergaderd ware, en zij allen in vreemde talen spraken, ![]() zouden zij niet zeggen, dat gij uitzinnig waart? |
Anoetos, G453, 6x 1. onintelligent, dom. 2. (impliciet) sensueel. |
Lukas 24:25![]() O onverstandigen en tragen van hart, om te geloven al hetgeen de profeten gesproken hebben! Romeinen 1:14 Beiden Grieken en Barbaren, beiden wijzen en onwijzen ben ik een schuldenaar. Galaten 3:3 Zijt gij zo uitzinnig? Daar gij met den Geest begonnen zijt, voleindigt gij nu met het vlees? Galaten 3:1 O gij uitzinnige Galaten, wie heeft u betoverd, ![]() denwelken Jezus Christus voor de ogen te voren geschilderd is geweest, onder u gekruist zijnde? 1 Timotheüs 6:9 Doch die rijk willen worden, vallen in verzoeking, en in den strik, ![]() welke de mensen doen verzinken in verderf en ondergang. Titus 3:3 ![]() menigerlei begeerlijkheden en wellusten dienende, in boosheid en nijdigheid levende, ![]() |
Anoia, G454, 2x, = 1. domheid. 2. (uit) woede. |
Job 12:17 Hij voert de raadsheren beroofd weg, en de rechters maakt Hij uitzinnig, Lukas 6:11 ![]() en spraken samen met elkander, wat zij Jezus doen zouden. 2 Timotheüs 3:9 ![]() want hun uitzinnigheid zal allen openbaar worden, gelijk ook die van genen geworden is. |