Phroneo, G5426, 23x
1. gedachten oefenen, onderhouden 2. (impliciet mentaal) gezind zijn (min of meer ernstig in een bepaalde richting). 3. (intensief) zich interesseren voor (uit bezorgdheid of gehoorzaamheid). |
Mattheüs 16:23; Marcus 8:33 Maar Hij, Zich omkerende, zeide tot Petrus: Ga weg achter Mij, satanas! gij zijt Mij een aanstoot, ![]() Handelingen 28:22 Maar wij begeren wel van u te horen, wat gij gevoelt; want wat deze sekte aangaat, ![]() Romeinen 8:6 Want het bedenken des vleses is de dood; maar [het bedenken] des Geestes is het leven en vrede; Romeinen 12:3 Want door de genade, die mij gegeven is, zeg ik een iegelijk, die onder u is, ![]() ![]() Romeinen 12:16 Weest eensgezind onder elkander. ![]() Romeinen 15:5 Doch de God der lijdzaamheid en der vertroosting geve u, ![]() 1 Korinthiërs 4:6 En deze dingen, broeders, heb ik op mijzelven en Apollos bij gelijkenis toegepast, ![]() ![]() 1 Korinthiërs 13:11 Toen ik een kind was, sprak ik als een kind, was ik gezind als een kind, overlegde ik als een kind; ![]() 2 Korinthiërs 13:11 Voorts, broeders, zijt blijde, wordt volmaakt, zijt getroost, zijt eensgezind, ![]() Galaten 5:10 Ik vertrouw van u in den Heere, dat gij niet anders zult gevoelen; maar die u ontroert, ![]() Filippensen 1:7 Gelijk het bij mij recht is, dat ik van u allen dit gevoel, omdat ik in mijn hart houde, Filippensen 2:2 Zo vervult mijn blijdschap, dat gij moogt eensgezind zijn, dezelfde liefde hebbende, ![]() Filippensen 2:5 Want dat gevoelen zij in u, hetwelk ook in Christus Jezus was; Filippensen 3:15,16 Zovelen dan als wij volmaakt zijn, laat ons dit gevoelen; ![]() Doch, daar wij toe gekomen zijn, laat ons daarin naar denzelfden regel wandelen, ![]() Filippensen 3:19 Welker einde is het verderf, welker God is de buik, ![]() Filippensen 4:2 Ik vermaan Euodia, en ik vermaan Syntyche, dat zij eensgezind zijn in den Heere. Filippensen 4:10 En ik ben grotelijks verblijd geweest in den Heere, ![]() ![]() ![]() Kolossensen 3:2 ![]() |
Phronema, G5427, 3x (Mentaal) neigen, gezindheid of doel. |
Romeinen 8:6 Want het bedenken des vleses is de dood; ![]() Romeinen 8:7 Daarom dat het bedenken des vleses vijandschap is tegen God; ![]() Romeinen 8:27 En Die de harten doorzoekt, weet, welke de mening des Geestes zij, ![]() |
Meletao, G3191, 3x 1. om te zorgen voor 2. (impliciet) overdenken in de geest. |
Marcus 13:11 Doch wanneer zij u leiden zullen, om u over te leveren, ![]() ![]() ![]() Handelingen 4:25 Die door den mond van David Uw knecht, gezegd hebt: ![]() 1 Timotheüs 4:15 Bedenk deze dingen, wees hierin bezig, opdat uw toenemen openbaar zij in alles. |
Gnome, G1106, 8x 1. Cognitie (de activiteit en het proces van kennisverwerving door waarneming) 2. (subjectief) mening, oordeel. 3. (objectief) oplossen door te beslissen (raadsman, instemming, etc.). |
Handelingen 20:3 En als hij aldaar drie maanden overgebracht had, en hem van de Joden lagen gelegd werden, als hij naar Syrië zoude varen, zo werd hij van zin weder te keren door Macedonië. 1 Korinthiërs 1:10 Maar ik bid u, broeders, door den Naam van onzen Heere Jezus Christus, ![]() ![]() 1 Korinthiërs 7:25 Aangaande de maagden nu, heb ik geen bevel des Heeren; maar ik zeg mijn gevoelen, als die barmhartigheid van den Heere gekregen heb, om getrouw te zijn. 1 Korinthiërs 7:40 Maar zij is gelukkiger, indien zij alzo blijft, naar mijn gevoelen. ![]() 2 Korinthiërs 8:10 En ik zeg in dezen mijn mening; want dit is u oorbaar, als die niet alleen het doen, ![]() Filemon 1:14 Maar ik heb zonder uw goedvinden niets willen doen, ![]() Openbaring 17:13 Dezen hebben enerlei mening, en zullen hun kracht en macht het beest overgeven. Openbaring 17:17 Want God heeft hun in hun harten gegeven, dat zij Zijn mening doen, ![]() ![]() |