- Mattheüs 7:2
Heer Jezus :
Want met welk oordeel gij
oordeelt,
zult gij
geoordeeld worden;
en met welke
mate gij meet,
zal u wedergemeten worden.
- Lukas 6:37, Mattheüs 7:1
En
oordeelt niet, en
gij zult niet
geoordeeld worden;
verdoemt niet, en
gij zult niet verdoemd worden;
laat los, en
gij zult losgelaten worden.
- Romeinen 2:1
Paulus :
Daarom zijt gij niet te verontschuldigen,
o mens, wie gij zijt, die anderen
oordeelt;
want waarin gij een ander
oordeelt,
veroordeelt gij uzelven;
want gij, die anderen
oordeelt, doet dezelfde dingen.
- Romeinen 2:3
En denkt gij dit, o mens, die
oordeelt dengenen, die zulke dingen doen,
en dezelve doet,
dat gij het oordeel Gods zult ontvlieden?
- Romeinen 14:4
Wie zijt gij, die eens anderen huisknecht
oordeelt?
Hij staat, of hij valt zijn eigen heer;
 doch hij zal vastgesteld worden, want God is machtig hem vast te stellen.
- Romeinen 14:10
Maar gij,wat
oordeelt gij uw broeder?
Of ook gij, wat veracht gij uw broeder?
Want wij zullen allen voor den
rechterstoel van Christus gesteld worden.
- Romeinen 14:13
Laat ons dan elkander niet meer oordelen;
maar
oordeelt dit liever, namelijk, dat gij den broeder geen aanstoot of ergernis geeft.
- Romeinen 14:22
Hebt gij geloof?
hebt dat bij uzelven voor God.
alig is hij, die zichzelven niet
oordeelt in hetgeen hij voor goed houdt.
- 1 Korinthiërs 4:4

Want ik ben mijzelven van geen ding bewust;
doch ik ben daardoor niet
gerechtvaardigd;
maar Die mij
oordeelt,
is de Heere.
- 1 Korinthiërs 4:5
Zo dan
oordeelt niets voor den tijd, totdat de Heere zal gekomen zijn,
Welke ook in het licht zal brengen, hetgeen in de
duisternis verborgen is,
en openbaren de raadslagen der harten;
en als dan zal een iegelijk lof hebben van God.
- Jakobus 4:12:
Er is één enig Wetgever, Die behouden kan en verderven.
Doch wie zijt gij, die een anderen
oordeelt?
|